Geschiedenis
De Vereniging voor Wijsbegeerte te ’s-Gravenhage werd in 1907 door dr Willem Meyer opgericht, nadat hij van Amsterdam naar Den Haag was verhuisd. Ook in andere plaatsen ontstonden in deze jaren soortgelijke verenigingen. De toenemende belangstelling voor filosofie hing ongetwijfeld samen met het afstand nemen van de traditioneel-christelijke godsdiensten door een intellectuele bovenlaag. Naast een groeiende interesse in wijsbegeerte nam ook de aandacht voor Oosterse levensbeschouwingen in deze tijd sterk toe.
Meyer was een spinozist, maar de vereniging die hij in Den Haag oprichtte moest een ruimer doel dienen. Het is dan ook veelzeggend dat de eerste lezing over David Hume ging, de 18e-eeuwse empirist en atheïst. Maar toen een volgende spreker een verhaal over theosofie hield, ging dit veel leden toch te ver. De culturele betekenis van een vereniging voor wijsbegeerte in Den Haag in deze jaren werd geaccentueerd doordat bladen als Het Vaderland en de Avondpost soms uitvoerig verslag deden van bijeenkomsten. Na de oorlog werd deze traditie helaas niet meer voortgezet.
De VvW bood in de vooroorlogse jaren regelmatig het podium aan beroemde buitenlandse filosofen. Bijvoorbeeld in 1930 aan Martin Heidegger, de grote Duitse fenomenoloog. Over deze lezing schreef Het Vaderland overigens dat maar weinig toehoorders haar begrepen zullen hebben. De journalist in kwestie waarschijnlijk ook niet, want er is ons weinig over de inhoud bekend. Naast talrijke voordrachten uit de klassieke canon kwamen onderwerpen uit de levensfilosofie en psychologie aan de orde met sprekers als Alfred Adler en Martin Buber. Die laatste sprak zoals te verwachten was over zijn Ich und Du. Daarnaast werden ook de ontwikkelingen in de natuurwetenschappen uit het begin van de 20e-eeuw gevolgd. Maar ook Tobias Goedewagen hield een lezing, gelukkig niet over zijn uiterst rechtse gedachtengoed.
Over de vereniging in de oorlogsjaren is weinig bekend. Wel dat er huiskamerbijeenkomsten waren, zoals in het begin van de oorlog op de Catsheuvel, ten huize van de ontslagen voorzitter van de Hoge Raad mr Visser. Zijn vrouw was lid van de VwW. Mr Visser stierf begin 1941 en zijn vrouw werd later naar Westerbork gedeporteerd waar zij overleed.
Na de oorlog herleeft de vereniging en het bestuur formuleert opnieuw waartoe de Vereniging voor Wijsbegeerte op aarde is: de VvW is geen antiquariaat waar de grote denkers uit het verleden als historische curiositeiten worden behandeld. Zij moet zich daarentegen richten op de behoeften die eigentijds leven. Dit lijkt op een duidelijke keuze voor publieksfilosofie, een ook anno 2023 nog actuele discussie.
Vanuit deze opvatting zijn de afgelopen zeven decennia meer dan vijfhonderd lezingen gehouden.
Daarbij speelde Marga de Jager, die als voorzitter meer dan dertig jaar de vereniging heeft geleid, een markante rol. Zij was als Aristoteleskenner verbonden aan de Universiteit Leiden. Ze legde de lat hoog en bij twijfel aan de geschiktheid woonde ze eerste een lezing van de beoogde spreker bij. In veel opzichten functioneert de vereniging nog steeds in het verlengde van Marga’s visie. Dit komt terug in de aandacht voor onderlinge discussies en gesprekken en de persoonlijke contacten aan het einde van de avond.
Terugkijkend kunnen we de vraag stellen in hoeverre er sprake is van een historische continuïteit of discontinuïteit. Het antwoord luidt: beide! Sinds het voorzitterschap van Marga de Jager wordt meer aandacht besteed aan onderwerpen uit de filosofie van de Klassieke Oudheid, de bakermat van het Westerse filosofisch denken. Dit gebeurde vaak in het overleg met het Nederlands Klassiek Verbond. Maar ook wordt regelmatig aandacht besteed aan ontwikkelingen in de (informatie)technologie en de ethische consequenties daarvan. Terwijl ook tal van andere filosofische stromingen, auteurs en thema’s aandacht krijgen.
Ter gelegenheid van het 110-jarige bestaan van de VvW verscheen in 2017 een boeiend verslag van haar geschiedenis. In dit uiterst leesbare boek beschrijft Rokus Verwoerd het wel en wee van de vereniging tegen de achtergrond van de ontwikkeling van de filosofie zelf. Het boek biedt ook een mooie weergave van de onderwerpen, auteurs en denkrichtingen waar de publieke belangstelling de afgelopen eeuw naar uitging.
De laatste jaren heeft de vereniging op een tweetal locaties bijeenkomsten belegd. Allereerst – en sinds kort opnieuw – in het naast het Centraal Station gelegen Hotel Babylon. Daarvoor was het Parkhotel in de Molenstraat jarenlang de plaats van bijeenkomen. De filosofisch onderlegde lezer weet dat hier in 1919 de beroemde gesprekken tussen Ludwig Wittgenstein en zijn leermeester Bertrand Russell plaatsvonden. Russell begreep volgens Wittgenstein weinig van wat hij met zijn Tractatus Logico-Philosophicus wilde uitdrukken.
Gelukkig stelt de Vereniging voor Wijsbegeerte zich ten doel om heldere en voor een breed publiek begrijpelijke voordrachten, discussies en samenspraken te organiseren!